Ik voel me meestal zelfverzekerd en ben heel blij met mijn leven en mij zelf. Ik schiet daar regelmatig in door. Ik mag graag vertellen wat ik meemaak en hoeveel geluk ik altijd heb. Ik ervaar het leven meestal als een prettige aaneenschakeling van avonturen en uitdagingen. Ik verveel me nooit en heb wel eens het idee dat ik te weinig tijd heb om alles te doen wat ik wil. Soms denk ik weleens dat ik een ongelofelijke narcist ben omdat ik zo blij met mezelf ben. Tegelijkertijd realiseer ik mij dat ik het wel met mezelf moet doen in dit leven, dus is het wellicht ook wel handig me zo te voelen.
Ik hou ook van anderen. Mensen zijn me lief. Ik kan heel erg genieten van mensen en hun bewegingen. Fascinerend om te zien hoe ieder op zijn manier bezig is vorm te geven aan zijn of haar leven. Ik heb zelden een hekel aan anderen. Ik zie meestal de mooie kanten van mensen. Irriteert me iets dan geef ik daar, binnen in mij zelf, volledig aan toe en het grappige is dat die irritatie dan ook zo weer weg zakt. Gebeurd dat niet dan spreek ik het uit en lost de irritatie meestal ook weer op. Soms kost dat tijd en dat is ook de moeite waard. Want dat zijn dan ook degenen die me lief zijn. Ik heb er veel voor over om irritatie vrij t.o.v. anderen te zijn.
Wat me wel opvalt is dat ik op een of andere manier heel goed in staat ben de irritatie van anderen op te roepen. Doordat ik me wel eens zelfingenomen gedraag lijkt het alsof ik de ander minder zie staan. Ik vergeet weleens om eerst de ander te vragen hoe het met hem of haar gaat. Vaak ben ik zo enthousiast over de dingen waar ik in geloof en mee bezig ben dat ik vergeet om werkelijk ook even in te tunen op die ander. Als ik dan klaar ben met het delen van mijn enthousiasme gaat mijn aandacht wel automatisch naar die ander en is het wel eens te laat. De ander is dan gekwetst omdat ik de indruk gaf alleen met me zelf bezig te zijn en niet te willen luisteren. Soms klopt dat en soms lijkt het zo. Door eerst te delen met wat me bezig houdt maak ik mezelf vrij om daarna te luisteren naar de ander. Wat ik vergeet is dat ik ook eerst naar de ander kan luisteren en dan de verbinding leggen naar mezelf. Maar door mijn enthousiasme over mijn eigen verhalen lukt me dat vaak niet. Ik realiseer me dat dat niet altijd prettig over komt. Gelukkig heb ik vaak mensen om me heen die me dan direct daarop aanspreken en me bewust maken van deze neiging van me. Ik kan dan prima terug schakelen. Ook is er een groep mensen die even afwachten en me na mijn verhaal aangeven dat ze het jammer vinden dat ik niet ook naar hun verhaal vraag. Ik ben erg blij dat ze dat doen. Dat houdt me wakker en scherp om naar hun verhaal te luisteren en te vragen hoe het met ze gaat en waar ze mee bezig zijn. Dit gaat me steeds beter af en tegelijkertijd merk ik ook dat ik zeer regelmatig weer in mijn valkuil trap. Ik heb daar overigens wel vrede mee want het hoort ook bij me dat ik barst van het enthousiasme en dit wil delen. Waar ik wel moeite mee heb zijn de mensen die zich stiekem ergeren en er niet mee komen of op een moment van “zwakte”.
Laatst was ik aangedaan omdat ik geconfronteerd werd met mijn eigen sterfelijkheid en die van anderen. Kort achter elkaar gebeurden er wat dingetjes waar ik niet echt gewoon mee ben: Ik kreeg een blok hout tegen mijn keel met als gevolg een ziekenhuisopname; Ik viel een keer bijna flauw en toen werd mijn lieve vader ook nog opgenomen in het ziekenhuis. Ik was iets stiller dan normaal en wat meer naar binnen gericht. Thuis ben ik dat veel vaker, maar buiten de deur ben ik veelal druk en aanwezig.
Komt er een man die ik al wat langer ken naar me toe en complimenteerde me met het feit dat ik zoveel zachter en toegankelijker was. Volgens hem was ik erg veranderd en had ik veel geleerd, ik was veel aardiger als anders. Die opmerking raakte me. Alsof ik normaal gesproken niet deug of zo. Ik kon me op dat moment geen beroerder compliment voorstellen. Ik hoorde het aan en werd verdrietig. Het voelde alsof ik geparasiteerd werd omdat ik me kwetsbaar voelde. Dat zou dus betekenen dat pas wanneer ik me kwetsbaar voel, toegankelijker word. Wat een bullshit. Ik voelde flink wat boosheid. Ik besloot er niet op te reageren. Het was een goede en belangrijke levensles voor mij. Ik weet nu nog beter wat het betekent voor anderen als ik doorschiet in mijn levensvuur. Ik vraag me dan wel af of ik me dan moet dimmen of juist verbinding moet zoeken? Ben ik onecht als ik vol vuur zit en mijn avonturen wil delen of druk en dominant overkom?
Ik bruis weer van de energie. Ik ben blij en voel me ontvankelijk. Ik weet van mijn kwetsbaarheid. Die mag er zijn. Ik voel me toegankelijk en open. Kom maar op wereld, kom maar leven ik omarm je. Ik heet iedereen welkom die moeite met me heeft dit direct te uiten. Verwar mijn enthousiasme en uitreiken niet met ontoegankelijkheid. Door vol in mijn kracht te staan wil ik niet zeggen dat jij niet mag komen. Kom maar, ik omarm je en nodig iedereen uit het leven met mij te vieren en aan te gaan. En als ik naar je toekom beloof ik je dat ik me vooraf afstem om ook naar jou behoefte te kijken en zal ik met volle aandacht luisteren.