Boek op woensdag: Spirit en Spruitjes

In mei is Spirit en spruitjes boek van de week geweest bij The Optimist (voorheen de Ode).
Hieronder het fragment wat ze hebben gebruikt.

29 MEI 2013
REDACTIE

In Boek op woensdag besteedt The Optimist elke week aandacht aan een mooi, inspirerend, interessant of indrukwekkend boek.

Deze week een fragment uit Spirit en spruitjes van Albert Aukes. Een praktisch boek over levenskunst, spiritualiteit en levenslust.

Aukes: ‘Spirit en spruitjes zet aan tot inspiratie en verandering. Het neemt je mee in de wereld van het menselijk gedrag en het daagt je uit om voorbij het voor de hand liggende te kijken en te voelen. Het leert ons hoe we iedere dag opnieuw ons hart kunnen volgen en meer uit onszelf weten te halen.’Het boek wordt uitgeven door Uitgeverij Elikser

‘Het is opvallend dat kwetsbaarheid nogal in is. Regelmatig wordt gezegd dat je kwetsbaar opstellen belangrijk is om jezelf te laten zien. Hier ligt een tegenstelling in besloten, want kwetsbaar zijn impliceert dat we voortdurend beschadigd kunnen worden en dat we zielige wezens zijn. Aan de ene kant zijn we bang om kwetsbaar te zijn, aan de andere kant willen we vooral laten zien dat we ons kwetsbaar durven opstellen, alsof het een doel op zich is. Het komt onnatuurlijk over als mensen koketteren met het woord kwetsbaarheid. Kwetsbaar betekent dat mensen verwond of gekwetst kunnen worden. Vanuit die perceptie is de veel gemaakte opmerking ‘ik stel mij kwetsbaar op’ niet erg toepasselijk. Wie wil er in hemelsnaam gekwetst of verwond worden?

Ontvankelijkheid in plaats van kwetsbaarheidIk moet toegeven dat ik als jiujitsuka (beoefenaar van jiujitsu) nogal vooringenomen ben over mensen die graag kwetsbaar willen zijn, of dit van anderen vragen. Bij een vecht-en-verdedigingskunst als jiujitsu betekent dit namelijk dat je niet voor jezelf opkomt en je bij wijze van spreken bewust op de neus laat slaan. In onze sport is dat nogal onhandig. Uiteraard sta ik erachter dat we laten zien wie we zijn. Bij een vechtsport is dit ook noodzakelijk. Ik kan niet weglopen voor een confrontatie als de ander voor me staat. Ik neem mijn positie, laat me zien en kies ervoor om de confrontatie met die ander aan te gaan. Bij verdedigingskunsten als jiujitsu en aikido begin je het gevecht niet. Je leert hoe je met vechtsituaties kunt omgaan en hoe je ze kunt beïnvloeden.

Mensen die een vechtsport of verdedigingskunst beoefenen weten dat ze oog in oog met iemand komen te staan, om met diegene te oefenen of te sparren. Zo is het in ons dagelijks leven ook. We komen de hele dag door situaties tegen die we de rug toe kunnen keren of aan kunnen gaan. Een situatie de rug toekeren vereist geen bijzonder talent. Je beseft echter wel dat het omzeilen van een dergelijke situatie je op een plek houdt waar je niet kunt groeien en er geen contact is. Omdat je niet meer oefent word je kwetsbaar. Het leven geeft je lessen, en deze lessen zijn oefenmateriaal.

De bedoeling van een vechtkunst is dat je leert vechten, om uiteindelijk te ontdekken dat het enige gevecht het gevecht met jezelf is, zodat je stopt met vechten in de wereld om je heen. Een vechtkunst is een prachtige metafoor voor het leven zelf. We maken immers iedere dag dingen mee die iets van ons vragen, soms mooie dingen maar ook vervelende dingen. Iedere omstandigheid die je in het leven tegenkomt vraagt erom dat jij ermee omgaat, gewild of ongewild. De vechtkunst leert je om een situatie aan te gaan en stimuleert je om met de ander te sparren. Hierdoor ga je steeds beter aanvoelen, oppakken, reageren en je eigen kracht ervaren en daarnaar handelen. Dat geeft ruimte en een lekker gevoel.

De wijze waarop de vechtsportbeoefenaar doorgaans recht voor de opponent staat is een metafoor voor iedere ontmoeting. Je staat tegenover elkaar, je kijkt de ander in de ogen en gaat dan de ontmoeting aan. In die ontmoeting moet je jezelf met je hele hebben en houden openstellen. Dit lijkt kwetsbaar, maar is dat niet. Je afwenden van de tegenstander is geen optie. Hem de rug toekeren al helemaal niet, dat maakt je pas echt kwetsbaar. Je ziet dan niet meer wat de ander doet of wat zijn intenties zijn en hierdoor kun je niet meer goed interacteren met de ander. Om goed te kunnen waarnemen wat de ander doet, dien je je recht voor je opponent op te stellen, met je lichaam en gezicht naar de ander toegekeerd. Zodra je jezelf volledig openstelt, krijg je alle informatie die je nodig hebt om goed te kunnen anticiperen op de bedoeling van de ander.

Openstellen betekent dat je alle prikkels en signalen die er in de interactie plaatsvinden scant en hierop anticipeert. Dit geldt voor iedere situatie waarin interactie is. Met dit openstellen laat je iets zien wat lijkt op kwetsbaarheid, maar wat in feite ontvankelijkheid is. Dit betekent dat je in een ‘ontvangende’ staat bent. Alleen hierdoor kun je onderkennen wat de intenties van de ander zijn. Zijn de intenties goed, dan kan er een dans ontstaan. Zijn de intenties minder goed, dan kun je jezelf beschermen. Bij een aanval kun je de ander pareren of doorsturen en zijn de intenties goed, dan kan er een prettige ontmoeting ontstaan. Voel ik me kwetsbaar of stel ik me kwetsbaar op, dan is het risico groot dat ik slachtoffer word van een aanval, maar ook een oprecht verlangen naar een ontmoeting niet goed kan interpreteren.

Kwetsbaarheid hoort meer bij hulpbehoevenden of kinderen. Het zendt uit dat er niet goed voor zichzelf gezorgd kan worden. Openheid en ontvankelijkheid zenden een meer volwassen energie uit en laten iemand in zijn kracht staan, waardoor er een grond ontstaat om elkaar en het leven waarachtig te ontmoeten. Zo is het ook met onze emoties: we zorgen goed voor onszelf als we ervoor openstaan. Dan kunnen we ze pareren of omhelzen en er vervolgens bewust voor kiezen om ze binnen te houden of naar buiten te brengen. Doorvoelde en geuite emoties maken ons ontvankelijk in plaats van afgesloten en brengen ons dichter bij wie we daadwerkelijk zijn. Emoties helpen ons en vertellen over onze primaire behoeftes, verlangens en hoe onze dynamiek werkt. Hoe beter we onze eigen emoties scannen en ze weten te hanteren, hoe beter we functioneren. Dat is onze ‘beloning’ voor het toelaten van onze emoties. Dan kleurt het ons en ons leven. Dan valt er zo veel meer te genieten, te geven en te ontvangen.’