Een jonge vrouwelijke opleidingsmanager zit tegenover me en heeft een stevige coachvraag. Ze deelt haar frustratie over het niet serieus genomen worden door een lid van haar directie. “Hij zat me gewoon uit te lachen alsof ik een klein kind ben. Ik ging helemaal op slot. Van binnen kookte ik. Het liefst zou ik primitief reageren en meteen zeggen dat ik niet gediend ben van zo’n houding, maar dat lukt me niet. Ik bevries.”
Het wordt even stil en ik vraag haar: ”Wat zou er gebeuren als je wel meteen je boosheid had geuit?”
“Dan was het vast oorlog geworden tussen twee gekrenkte ego’s. Nee dat had niet geholpen, maar wat had ik graag een potje ruzie willen maken. Voor mijzelf als persoon was het heel goed geweest om me niet op de kop te laten zitten en fel van me af te bijten. Zo’n stomme kerel die me laat voelen dat ik maar een vrouw ben en die net komt kijken. Hij geeft me het gevoel dat ik er niks van begrijpt. Ik kan dit soort types wel door elkaar schudden. Waarom is het zo moeilijk om me als gelijkwaardig te zien, zodat we op een beschaafde manier kunnen overleggen? Hoe krijg ik dit anders?”
Ik krab even achter mijn oor en zeg: “Heel vervelend dat dit zo gebeurt.” Ik laat een korte stilte vallen,” jouw vraag over hoe je eruit kan komen is een mooi beginpunt. Stel je het volgende eens voor: Het lukt je om wat afstand van deze situatie te nemen en je laat de situatie nog eens de revue passeren. Wat observeer je dan?”
Ietwat wantrouwend vraagt ze: “Moet ik hem dan gaan vragen wat zijn lach betekent? Of zeggen dat ik zijn reactie niet leuk vind of dat ik zijn reactie niet snap?”
“Wat zou het meest effectief zijn?” vraag ik.
“Ja ha, ha, dat maakt misschien helemaal niet uit. Ik weet alleen niet hoe ik er dan voor zorg dat ik me niet het kleine meisje voel als ik zulke vragen stel.”
“Hoe zie je die directeur eigenlijk?” vervolg ik.
Stilte aan de andere kant. Ik hoor haar denken en kennelijk valt er een kwartje want ik hoor flink wat gemopper en gegrom:
”Dom, dom, ik heb hem vooraf al ingekaderd als een belangrijke autoriteit en mezelf daardoor ook automatisch ingekaderd als iemand die minder is, het kleine meisje. Mijn oude mechanisme wordt dan aan geslingerd en ik interpreteer vervolgens alles wat ik zie en meemaak vanuit mijn inkadering. Vervelend dat dit oude patroon weer naar boven komt. Ik wil hiervan af.”
Ik glimlach even en zeg haar dat instant oplossingen niet bestaan, maar dat er wel een soort routekaart is om hiermee aan de slag te gaan. “Uiteindelijk zie je deze directeur weer als mens.”
“Kom maar op dan”, zegt ze, “ik wil me niet meer achtergesteld voelen, maar een gelijkgestemde. Daar ga ik voor.”
Lachend neem ik met haar de onderstaande stappen door en benadruk dat het een proces is waar bewustzijn voor nodig is. Er moet afscheid genomen worden van oude patronen en overtuigingen.
De stappen zijn als volgt:
- Bewustzijn hebben op de context waarin je zit, de mensen met wie je te maken hebt en wat je wil bereiken en waar eventuele hindernissen kunnen opdoemen.
- Zelfsturing en zelfregulatie. Bewust zijn van je inkaderingen, vooroordelen, angsten, scoredrift en jezelf hierin gebalanceerd kunnen aansturen vanuit je eigen kernwaarden. Richting wat er werkelijk toe doet voor jou.
- Contact maken. Maak contact, luister heel goed naar wat er gezegd wordt en ga niet in discussie.
- Ga naast de ander staan en werk samen. Leg je wensen klip en klaar op tafel (en realiseer je dat deze wellicht niet persé ingewilligd worden) en vraag naar de wensen van de ander. Zorg dat er een gezamenlijk belang ontstaat. Steek ook in op de voordelen voor de ander.
- Als je het idee hebt dat er op de man/vrouw gespeeld wordt, blijf dan ontspannen en benoem eventueel letterlijk wat gezegd wordt en stel daar dan vragen over of geef feedback.
- Blijf verbonden. Blijf bij jezelf en weet dat wat er ook tegen je gezegd wordt dit nuttige informatie voor je is. Jij weet dan precies waar de ander staat ten opzichte van jou. In feite maakt het niet uit of dat wat gezegd wordt positief of negatief is.
- Succesvol afronden. Breng de wensen van jezelf en de ander zoveel mogelijk bij elkaar. Zorg voor een win-win.
Samengevat:
- Overzie en ken het speelveld. (Inhoud, proces en relatie)
- Ken je drive/motivatie en stuur.
- Stap erin en houdt overzicht
- Ga het aan zonder strijd of oordeel
- Herkader/omdenken
- Luister en verbind
- Kom tot win-win
De grootste gevangenis ontstaat als iemand zich (te snel) aangesproken of beledigd voelt. Je zit dan direct gevangen in het web van de ander en dan ben je de (zelf)regie kwijt. Sterker nog je vertelt indirect dat de ander wellicht een punt heeft doordat je aanhaakt.
Blijf zoveel mogelijk vrij van het oordeel of de mening van anderen. Het oordeel wat mensen op de ander hebben zegt iets van degene die oordeelt.
Hoe beter jij jezelf kent en jezelf geaccepteerd heb hoe minder het oordeel van een ander je wat doet. Merk je dat het wel wat met je doet dan kun je nagaan wat er aan de hand is. Dan kan het zijn dat de ander een punt heeft. Soms is het je rechtvaardigheidsgevoel dat aangeeft dat het niet klopt wat de ander zegt. Een andere keer kan het een ontwikkelstuk van je zijn of een oude kwetsuur die aangeraakt wordt. Dan weet je dat er werk aan de winkel is.